Waarom tegenspraak (beter) organiseren? Dat is wat ons betreft, omdat de kennis en kunde van burgers nog steeds te weinig wordt omarmd om betere besluitvorming door volksvertegenwoordigers te creëren en faalkosten te verminderen en zelfs te voorkomen. Terwijl bijna uit elke evaluatie van risicovolle bouwprojecten naar voren komt dat er zorgvuldiger omgegaan moet worden met kritiek op projecten.
‘Zoek tegenspraak’ luidt een van de tien lessen die Eberhard van der Laan als burgemeester van Amsterdam in 2011 trok uit het debacle van de Noord/Zuidlijn. Voorkom schijnzekerheden, miscommunicatie en naar binnengericht denken door externe dwarskijkers uit te nodigen. Tegenspraak maakt juist sterker.
Burgers voel zich betrokkenen bij risicovolle projecten, omdat ze vanuit hun eigen kennis en kunde risico's voorzien en willen daarvoor de beslismakers van projecten graag waarschuwen, Burgers willen graag zien dat hun zorgen serieus worden genomen, dat wordt weergegeven wat er met het risico wordt gedaan en welke maatregelen worden genomen om het risico weg te nemen. Zij maken gebruik van het participatietraject bijvoorbeeld door deel te nemen aan een burgerpanel organiseren of een inloopavond. Als zij zich onvoldoende gehoord voelen, dienen zij een zienswijze in of nemen de moeite. In hoeverre kritiek bij de beslismakers, de gemeenteraad, terecht komt is sterk afhankelijk van degene die de voortgangsrapportage van het risicovolle project opstelt. Dat is samenstelsel van ambtenaren en externen die - om begrijpelijke redenen - niet altijd de prikkel hebben om degelijk om te gaan.
En volgens ons kent dat gelijkenissen met de conclusies van Ton Elias en zien we gelijksoortige patronen bij risicovolle bouwprojecten.
1. Gebrek aan realiteitszin in collegeakkoorden
In collegeakkoorden worden vaak gouden bergen beloofd als het gaat om bouwprojecten. De positieve kanten worden volledig uitgelicht. Colleges komen met onrealistische ambities, wethouders doen toezeggingen over budgetten en doorlooptijden die ze niet waar kunnen maken, ambtenaren durven vervolgens geen 'nee' te zeggen. Tegenspraak van welwillende burgers die de overheid durven te waarschuwen voor problemen, wordt niet opgenomen in de voortgangsrapportage.
2. Gebrek aan kennis bij volksvertegenwoordigers
Wanneer een burger inspreekt bij een commissie, is het gehouden aan een spreektijd van 5 minuten en worden er eventueel nog vervolgvragen gesteld. In de gemeenteraad is slechts een klein deel van de volksvertegenwoordigers technisch onderlegd genoeg om te begrijpen wat het risico is dat wordt aangedragen door een burger. Gemeenteraadsleden hebben vaak niet genoeg kennis en leunen dan op de projectorganisatie en/of ambtenaren om in te schatten of de tegenspraak terecht is. De burger heeft zelf vaak geen budget voor onafhankelijke contra-expertise om daar de beslismakers goed over te informeren. Daarmee is er ook sprake van kansenongelijkheid tussen burgers/burgerinitiatieven en de projectorganisaties.
3. Prikkels om door te gaan en niet te stoppen
Projectorganisaties en ambtenaren voelen vaak geen prikkel om een project te stoppen of op zijn minst te parkeren ('on hold'). De opdracht is om aan beslismakers voortgang te tonen en lijkt daarmee liever de gemeenteraad blind voor risico's te maken door te stellen dat alles onder controle is. Zowel bij publiek private samenwerkingen als publieke initiatieven is er een veelvuldigheid aan betrokken organisaties, maar vrijwel nooit met duidelijke afspraken over hoe er wordt gestopt met projecten "on hold" worden gezet. Wanneer iedereen verantwoordelijk is, neemt niemand verantwoordelijkheid, en dat is bij risicovolle projecten de norm. Als het risico toch optreedt, dan ligt de verantwoordelijk voor dat risico versnipperd. Als vervolgens de afspraken over tijd en budget niet haalbaar blijken, dan leert de ervaring dat bij risicovolle bouwprojecten vrij eenvoudig geschikt wordt door extra publiek geld vrij te maken onder het mom van "maatschappelijk belang". Dit gaat vaak miljoenenbedragen die projectleden en ambtenaren niet op persoonsniveau voelen. Gechargeerd gezegd worden ze betaald voor blunders.
4. Tegenspraak is iets anders dan participatie
Dat tegenspraak niet lukt, wordt veelal afgedaan als "maar participatie hoeft niet te betekenen dat de burger zijn zin krijgt". Maar tegenspraak is in de kern iets anders dan participatie.
Participatie houdt, kort gezegd, deelnemen aan een initiatief van een ander in. Vaak is er bij initiatieven sprake van belangen, waarden en perspectieven die op gespannen voet staan. Participatie is wenselijk omdat verschillende stakeholders graag hun stem laten horen en een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de ontwikkeling van een initiatief. De mogelijkheid om op een manier inspraak te hebben en te participeren is door de tijd heen niet alleen een wens, maar binnen risicovolle projecten ook een recht geworden waar belanghebbenden hoge verwachtingen van hebben. Bij participatie gaat het om het vinden van gezamenlijke belangen, bij tegenspraak om te duiden en onderzoeken waarom die belangen mogelijk niet behaald zullen worden.
Tegenspraak gaat over het voorzien van risico's om betere besluitvorming te creëren om faalkosten te verminderen. Waarschuwen als in je mening mogen geven, in welke vorm dan ook, waarna de enige route nog is om volksvertegenwoordigers vaak met mindere kennis een besluit te laten nemen, is niet meer voldoende. Tegenspraak vraagt om een eigen procedure. Op deze website schetsen we hoe we die procedure eruit willen laten zien.