In de procedure verwijzen we naar de burger. Dit kan een individuele burger zijn, maar ook een burgerinitiatief.
De burger geeft aan wat hem dwars zit en wat hij wil bereiken. Hij heeft zijn zorgen al getracht over te brengen via het participatietraject van het risicovolle project, maar hij voelt zich onvoldoende gehoord. Daarom maakt hij gebruik van de website van raadvoortegenspraak.nl. De burger krijgt laagdrempeling advies van een onafhankelijke functionaris hoe de zorgen kenbaar gemaakt kunnen worden. Bijvoorbeeld door te wijzen op de zienswijzeprocedure of inspraakmomenten in de commissie. De functionarissen van de Raad voor Tegenspraak worden bekostigd door de gemeente en zijn getraind en ervaren in communicatie, coaching en advies en zijn op geen enkele manier verbonden aan het risicovolle project.
De tegenspraak moet op een zodanig moment worden ingediend dat de gegrondheid ervan nog redelijkerwijs kan worden beoordeeld. De functionaris van de Raad voor Tegenspraak dient de tegenspraak in bij de omgevingsmanager van de gemeente.
De omgevingsmanager van het risicovolle project reageert zo snel mogelijk maar in ieder geval binnen twee weken gemotiveerd op de klacht vanuit de visie van het project. Daarbij zal de omgevingsmanager in ieder geval ingaan op de door de burger voorgestelde risico, of hij het risico gegrond vindt en/of welke maatregelen er zijn getroffen om het risico weg te nemen.
Als de burger en de omgevingsmanager het eens zijn over een oplossing van het probleem, wordt de tegenspraak, de reactie daarop van het project en de door beiden aanvaarde maatregelen in het dossier opgeslagen en wordt het dossier gesloten.
Als ook Fase 2 niet heeft geleid tot een voor burger aanvaardbare oplossing, dan kan hij een beroep doen op begeleiding door een bemiddelaar vanuit de Raad voor Tegenspraak. De bemiddelaar zal daarvoor een minnelijk gesprek organiseren met de burger en (project)medewerkers. De bemiddeling met het project kan telefonisch, via video conference of in persoon plaatsvinden, al naar gelang de wens van partijen of, als partijen het daarover niet eens zijn, op gezag van de bemiddelaar.
Als ook Fase 3 niet heeft geleid tot een voor beide partijen aanvaardbare oplossing, dan voegt de bemiddelaar de gemaakte afspraken in een verslag aan het risicodossier toe en stelt dit risicodossier ter beschikking aan de commissie van de gemeenteraad. Dit dossier wordt op zoveel mogelijk op hetzelfde moment aangeboden als de voortgangsrapportage in de commissie. De commissie bespreekt de situatie, en kan verdiepend onderzoek verlangen van de wethouder.